Mexicaanse plons

15 Jan

Ik herken het gevoel van ene spannende moment op mijn zevende. Mijn tenen over de rand van het zwembad gekruld, mijn armen gestrekt en mijn rug lichtjes gebogen. Plotseling overmeestert een gevoel van twijfel en aarzeling me, al roept de badmeester dat ik het kan. Zo snel als het water mijn lichaam raakt, is er geen weg terug.
Precies dat gevoel vulde mij, toen ik op het punt stond om de campus van UWC-USA te verlaten aan het begin van de kerstvakantie. Deze reis voert me naar Mexico stad, waar mijn vriendin Jimena haar roots heeft. Alles zal er Spaans zijn. Gedachten vol twijfels beangstigen me. Wat als er geen plek voor me is in Jimena’s huis? Of wat als ik heimwee krijg tijdens Kerst? Wat als “Frida Spanish School”, waar ik zoveel spaargeld aan uitgaf, een grote oplichterij is?

Maar het vliegtuig bracht me en Mexico Stad omarmde me. Geen weg terug. Schreeuwende vrouwen op de markt, krijsende kinderen in het stadspark en roddelende meisjes in de metro. Hun non-verbaal gedrag spreekt boekdelen. Ook aan de Mexicaanse geuren is letterlijk geen ontkomen aan in het dagelijks leven. De transpiratie in overvolle metro’s, sterkgekruide chorizo in de kraampjes op straat en de eindeloze geur van uitlaatgassen.
Warm voelt het ontvangst door Jimena’s gastvrije familie. Op de eerste avond nam Jimena ons mee naar de “Posada” van haar kleine neefje, een kersttraditie. Terwijl ik me concentreer op het slaan van de Piñata, ervaar ik het gebeuren. Spaanse klanken vullen de ruimte naast de zoete geur van snoep, fruit en andere lekkernijen.

De moeder van Jimena wekte me elke ochtend met een “Buenas días”. Een snelle douche, een ontbijt bestaande uit gebakken ei met tortilla en dan is er het autoritje naar MetroBús perron “Perisur”. Met telkens weer het bijzondere gesprekje met de Mexicaanse moeder die me met dezelfde zorg als voor haar eigen dochters door deze toch wel onveilige stad stuurt. Reizen tijdens spits is een Mexicaanse belevenis. Spaanse woorden schreeuwen me tegemoet via het ticketautomaat, de straatnaambordjes en de kleurrijke billboards. Het taalinstituut bleek te bestaan. Met mijn leraren en mijn klasgenoten voerde ik tien dagen lang conversaties over de Spaanse taal, zowel als over de Mexicaanse cultuur. Spaans is de voertaal.

Nieuwgierig wacht ik of onderzoekers gelijk hebben over “Language immersion”, deze moderne wijze van taalonderwijs. Zij beweren dat ikzelf zelfstandiger en actiever in het process sta. Ik realiseer me dat dat klopt. Mijn vakantie dompelde mij in een bad vol Spaanse taal. Ik wilde een uitdaging, die verder ging dan woordenlijsten. Ikzelf wil de Spaanse klanken beheersen en vloeiend Spaans spreken. Zelf stapte ik op de cursus af. Door deelname aan deze extra cursus in Mexico zal Spaanse taal voor mij leven. Mijn leraar functioneerde als een begeleider, een coole jongen. We spraken over mijn herkomst, over Nederland en over Mexico, over cultuur en over geschiedenis. Persoonlijk beleefde ik het meest fun, als we praatten over onze muzieksmaak, die we delen.

Met een koffer vol traditioneel Mexicaanse kleding, een vergrote Spaanse woordenschat op zak en een geweldige ervaring in mijn bagage vlieg ik morgen terug naar UWC-USA. Benieuwd ben ik naar het effect van dit avontuur op mijn examens, die direct na terugkomst starten. Maar meer nog kijk ik uit naar toekomstige ontmoetingen met native Spanish speakers!

Hasta luego,
Floor

Advertisement
%d bloggers like this: